Focus op subfokzeugen maakt fokgelten gezonder

Als vermeerderaars moet je vooral werken aan de kwaliteit van een big, is de overtuiging van Maartin en Leon van der Velden. 'Grote aantallen zijn meegenomen, maar uitgangspunt is zoveel mogelijk goede gespeende biggen per zeug.'

Focus+op+subfokzeugen+maakt+fokgelten+gezonder
© Dick van Doorn

Van de fokgelten die van het subfokbedrijf komen, verkopen Maartin en Leon van der Velden uit Asten-Heusden de helft via Next Genetix aan vermeerderaars in Nederland. De andere helft gebruiken de broers om de vermeerderingszeugen op hun andere locaties te vervangen. De biggen van die bedrijven gaan allemaal naar Duitsland.

De laatste jaren groeit de toomgrootte bij de vermeerderaars, die daarvoor drie redenen aanvoeren: de Deense genetica, de kwaliteit van de opfok van de gelten en de overstap naar tweefasevoedering in de dracht. Sinds 2013 houdt Van der Velden de Deense top- en subfokzeugen op een andere locatie met een hoge SPF-gezondheidsstatus. Voorheen werden de gelten via rotatiekruising gefokt en lagen ze gewoon tussen de vermeerderingszeugen.

Virusfilters

'Nu kunnen we ons qua voer en management volledig richten op de groep subfokzeugen', zegt Maartin van der Velden. Om ziekteoverdracht via de lucht te voorkomen en de subfokzeugen zo gezond mogelijk te houden heeft hij virusfilters op de inlaatventielen van de subfokstallen gezet.

Dagelijks monitort het personeel de voergift van alle stadia in de kraamstal per worpnummer

Maartin van der Velden, varkenshouder in Asten-Heusden

Door de focus op de subfokzeugen zijn de fokgelten en zeugen uniformer en gezonder dan voorheen. 'Het drachtvoer op onze locatie in Ospel hebben we opgesplitst in twee fases: in de eerste drachtfase - tot tachtig dagen - krijgen de zeugen voer met een hogere vezelfractie. In de tweede drachtfase bevat het voer veel minder vezels, wat de overgang naar het lactovoer kleiner maakt. Dit geeft betere, vitalere zeugen met een betere biestproductie.'

Minder uitval

Door deze nieuwe voerstrategie is er meer rust en is de uitval onder de vermeerderingszeugen met 5 procent gedaald. Het gemiddelde aantal gespeende biggen steeg van 12,6 naar 13,4 big per worp. 'Dit komt onder meer doordat we veel meer kilo's voer kunnen voeren in de kraamstal', geeft Van der Velden aan.

Dit wordt gemonitord via de Voermonitor van Agrisyst. 'Met behulp van de Voermonitor kunnen we zien welke dagen we op de voercurve zitten en wanneer we iets meer of minder moeten voeren. Dagelijks monitort het personeel de voergift van alle stadia in de kraamstal per worpnummer.' Bij de fokgelten meten de medewerkers ook de spekdikte en het gewicht. Alle gegevens noteren ze in Pigexpert van Agrisyst.

Steekproeven

De voerleverancier van de locatie in Ospel, ForFarmers, doet gewichtssteekproeven bij de vermeerderingszeugen en bij de geboorte van de biggen, waarbij ook goed wordt gekeken naar de spreiding binnen de toom. 'Dat koppelen we vervolgens aan de voergift van de zeug', vertelt Van der Velden.

ForFarmers zet de uitkomsten van de steekproeven in de bigvitaliteitscheck om de voercurves verder te optimaliseren. 'Kwaliteit staat bij mij voorop, niet de grote aantallen. Ik vind dat minimaal 70 procent van de zeugen dertien of meer biggen moet kunnen spenen. Ook in de fokkerij werken we hiernaartoe.'

Spenen

De broers Van der Velden concluderen dat het uitvalspercentage daalt naarmate het aantal spenen toeneemt. 'We selecteren dus heel sterk op aantal spenen, uierkwaliteit en moedereigenschappen.'

Belangrijk daarbij is de motivatie van de medewerkers om kwaliteit te willen leveren, stelt de ondernemer. 'Zij moeten zelf het verantwoordelijkheidsgevoel hebben om zoveel mogelijk gespeende dieren af te leveren, die zo gezond mogelijk zijn.'

Minder dan 1.200 kilo voer

Bijzonder bij de vermeerderaar is dat hij gemiddeld minder dan 1.200 kilo voer per zeug per jaar kwijt is. 'Wij voeren steeds efficiënter. Dat komt onder meer doordat we strak monitoren op de gewichten van zeugen en biggen en tijdig anticiperen met voercurves en -samenstellingen.'

Een ander facet waardoor Van der Velden technisch optimaal draait, is dat de fokgelten op exact het juiste gewicht, tussen de 150 à 160 kilo, worden geïnsemineerd. Daarnaast zorgt hij ervoor dat ze op exact het juiste gewicht - boven de 210 kilo - zijn als ze afbiggen. 'Daarbij geldt dan weer: hoe homogener de groep zeugen, hoe makkelijker ze te sturen zijn.'

Toekomst

Doordat alles in Pigexpert wordt genoteerd, kan de varkenshouder alle gegevens makkelijk terugvinden en een vinger aan de pols houden of het de goede kant opgaat. 'Gewichtscontrole wordt de toekomst. Met Pigexpert kan ik precies zien welke zeugen en groepen minder scoren en daar kan ik direct op inspelen.'

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    16° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer