'Strenge bemestingsnormen verstoren kringloop'

Uit het Mestrapport 2017 van de Vlaamse Landmaatschappij blijkt dat het kunstmestgebruik is gestegen tot 68 kilo N per hectare in 2016, terwijl dat tien jaar eerder 54 kilo N was. Dit komt omdat fosfaat het limiterende element is, waardoor minder stikstof uit dierlijke mest is te gebruiken.

De verscherping van de bemestingsnormen in 2011 en 2015 vertaalt zich in een duidelijke daling van het gebruik van dierlijke mest op landbouwgrond tot 92,1 miljoen kilo N en 40,6 miljoen kilo P2O5 in 2016. Dit is een afname van 8,5 procent voor stikstof en 16 procent voor fosfaat ten opzicht van 2007.

Gewasbehoefte

Uit de cijfers blijkt dat twee derde van de gewasbehoefte voor stikstof is in te vullen met dierlijke mest. De rest vullen de boeren aan met kunstmest en in mindere mate met andere meststoffen zoals compost en digestaat.

Rundveemest is met 66,4 miljoen kilo N in Vlaanderen goed voor 72 procent van de totale stikstof, gevolgd door varkensmest met 20,8 miljoen kilo N en 22,6 procent van de totale stikstof. Het gaat daarbij ook om mestproducten die zijn ontstaan na scheiding en droging.

Mestverwerking

In 2016 werd een verdere toename van de aanvoer van mest naar mestverwerkingsinstallaties vastgesteld. Landbouwers voerden in hoofdzaak varkensmest af naar mestverwerkingsinstallaties, gevolgd door pluimveemest.

Ook vanuit het buitenland wordt er mest aangevoerd naar mestverwerkingsinstallaties in Vlaanderen. Deze import is in tonnen met 9 procent gestegen ten opzicht van 2015, door meer aanvoer van rundvee- en varkensmest vanuit Nederland. In 2016 was 84 procent van de import naar mestverwerkingsinstallaties in Vlaanderen afkomstig uit Nederland.