Onderzoek naar herstel van biodiversiteit in grasland

Landschapsecoloog Merel Soons van de Universiteit Utrecht geeft leiding aan het graslandonderzoek. Het is onderdeel van een zesjarig project waarbij aandacht is voor klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit in Nederland. In het project wordt onderzocht wat het effect is van bestaande beheersmaatregelen en welke barrières het implementeren van meer succesvolle maatregelen in de weg staan.

Ook milieubestuurskundige Hens Runhaar is betrokken bij het project. 'Melkveehouders worden geconfronteerd met veel barrières om over te stappen naar een meer natuurinclusieve landbouwpraktijk', zegt hij in een bericht van Universiteit Utrecht. Het team van deze universiteit gaat onderzoeken hoe diversere graslanden kunnen worden gestimuleerd, onder meer door het verkennen van nieuwe bedrijfsmodellen, in nauwe samenwerking met boeren, agrifoodbedrijven, overheden en natuurbeschermings-ngo's.

Klimaatverandering

Het onderzoek wordt gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Volgens deze organisatie zal klimaatverandering steeds meer invloed hebben op de kwaliteit van de natuur. 'Hoe zal zich dat manifesteren in het Nederlandse landschap en hoe kunnen we problemen bij de kern aanpakken, rekening houdend met vragen over rechtvaardigheid en welzijn?'

Het onderzoek richt zich niet alleen op grasland, maar ook op bossen en stedelijk groen. Tien kennisinstituten en veertien maatschappelijke partners zijn erbij betrokken om kennis te ontwikkelen voor een succesvolle aanpak van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Het totale budget is bijna 4 miljoen euro. Het grootste deel kende NWO toe. Ongeveer 250.000 euro leggen de partners zelf in.

De maatschappelijke partners bij het onderzoek naar grasland zijn BIJ12, provincie Utrecht, provincie Gelderland, BoerenNatuur, FrieslandCampina, Urgenda, LTO Nederland en Landgoed Twickel. Via de partners zullen de onderzoekers ook boeren werven om mee te doen aan het onderzoek.