'Laat iedereen zelf weten wat hij of zij eet en drinkt'

Na even googelen kom ik erachter dat dit fenomeen ‘negatief vergelijkende reclame’ heet en dat dit onder bepaalde voorwaarden wettelijk is toegestaan. Duidelijk wordt mij ook dat dit fenomeen vooral de ‘preventiegeoriënteerden’, ook wel pessimisten genoemd, in de samenleving aanspreekt.

Een van de voorwaarden is dat de vergelijking geen onnodige denigrerende en negatieve uitlatingen mag bevatten die de reputatie van de concurrent kan schaden. Volgens mij gaan reclames hier echter vaak de fout in.

Tegenwoordig lijkt het wel of je een keuze moet maken tussen een plantaardig dieet en een niet-plantaardig dieet. Wanneer je kiest voor het laatste, dan ben je bij voorbaat al een ‘milieuhater’. Tenminste, zo laten ze het lijken in de supermarkten, op televisie en via sociale media.

Ik ben van mening dat iedereen zelf mag weten wat hij of zij eet en drinkt. Zolang diegene zich daar goed bij voelt. Waar ik wel moeite mee heb, is het opleggen van een overtuiging aan een ander.

Op sociale media volg ik zelf het liefste de positieve mensen en bedrijven. Voor onze sector zijn er gelukkig steeds meer bedrijven die een kijkje geven op en rondom hun bedrijf. Zowel de ‘gewone’ melkveebedrijven als de bedrijven met een tweede tak zijn interessant om te volgen.

Wat gebeurt er op deze bedrijven, wat houdt de boer en de dieren bezig en hoe worden producten, zoals chocolade, kaas en ijs, op dat bedrijf gemaakt? Een realistischer beeld van onze sector kan je volgens mij via sociale media niet krijgen.

Zelf sta ik volledig achter onze eigen ijs- en zuivelproducten en de producten die FrieslandCampina met de melk maakt. In ons geval de kazen uit Lutjewinkel. Hiervoor hoef ik andere producten niet vergelijkend af te kraken.

Daarom vraag ik mijzelf hardop af: zijn de bedrijven die dit soort negatieve marketing gebruiken, zo onzeker over de kwaliteit van hun eigen producten dat ze deze negativiteit nodig hebben om hun producten te verheerlijken? Of is het tijd om een frisse wind door hun marketingafdeling te laten waaien?